Category Stories - Dutch

Muzikaal geloof

In de zomer van 2014 was ik aanwezig bij het Nederlands Gregoriaans Festival te Ravenstein. Eén van de avondconcerten tijdens dit festival betrof een concert door zangeres Maria Jonas. Een uur lang zong zij Marialiederen, begeleid door blokfluit, portatief, quinterne (de voorloper van de gitaar) en soms een eenvoudige handbel. Een ontroerend mooi programma, een heerlijke stem om naar te luisteren, met af en toe een swingende roffel op de quinterne.

Bij het laatste lied, ‘Doe die rose van Jherico’ uit het Berliner Handschrift 190, liep Maria Jonas naar het beeld van Maria met kroon, links vooraan in de kerk. Terwijl de twee instrumentalisten musiceerden, stond zij devoot en stil bij het Mariabeeld. Met haar gezicht naar het beeld zette zij de eerste strofe van het lied in: ‘Doe die rose van Jherico, den zoen der godheit soud ontfaen…’.

Jonas’ processie naar het Mariabeeld, haar houding en vervolgens het zingen van het lied tot Maria verwarden mij. Was ik getuige van een concert, of van een ‘oefening in vroomheid’? Was haar devotie tot Maria oprecht, of was hier sprake van – in woorden van Frans Kellendonk – ‘oprecht veinzen’?

Kan een zanger of zangeres die een uur lang Marialiederen zingt (en daar gedegen onderzoek naar heeft gedaan en vele uren heeft geoefend) de vraag naar het geloof in Maria ontwijken? Er wordt, in kranten, tijdschriften en andere media, geregeld gesomberd over de leegloop van de kerken, de marginalisering van het (christelijk) geloof. Maar wie de seizoensbrochures ziet van concertzalen en ensembles – van de Nederlandse Bachvereniging tot en met de Philharmonie Zuidnederland – die ontdekt dat er volop religieuze (kerkelijke, liturgische) muziek geprogrammeerd wordt. Kunnen al die musici en luisteraars van Bachcantates, motetten van Bruckner, een mis van Biber (enz. enz.) de vraag naar waar die muziek over gaat, tot wie die muziek zich richt, ontwijken?

De gezangen die Maria Jonas tijdens het concert ten gehore bracht, weerspiegelen het geloof van de late middeleeuwen. Het geloof van de zangers van toen deelt zich aan ons mee als we het gezang nu zingen of horen. Wij delen in hun geloof en gaan er in mee, met de beweging van tekst en muziek. Jonas begreep dat goed, zij kon niet anders dan de devotie van de zangers van toen expressie geven door stil te staan bij het Mariabeeld. ‘Oprecht veinzen’, niet als een ironische houding, maar als een open houding die ruimte biedt aan geloof.






Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Back to top