Rituele solidariteit
Op vrijdag 19 januari 2024 organiseerde coöperatie DELA, een van de grootste uitvaartondernemingen in Nederland, een congres bij gelegenheid van het afscheid van Edzo Doeve. Twintig jaar lang gaf Doeve leiding aan DELA. Voor hem is DELA niet zomaar een bedrijf, maar daadwerkelijk een coöperatie waarin solidariteit een van de kernwoorden is. DELA werd opgericht in 1937 door enkele arbeiders uit Eindhoven als ‘begrafenisvereniging’. DELA – ‘Draagt Elkanders Lasten’ – werd enkele jaren na de oprichting een coöperatie en Doeve wilde met dit congres zoeken naar wegen om het gedachtengoed van DELA verder te brengen dan alleen het domein van dood en rouw. Hoe kunnen we wederkerige solidariteit organiseren in een maatschappij waarin de overheid zich steeds meer terugtrekt en de sociale samenhang onder druk staat? Hoe krijgen we dit ‘voor elkaar’?
Diverse sprekers ging in op deze vraag, met name vanuit organisatiekundig perspectief. Tine de Moor, gespecialiseerd in sociale en economische geschiedenis, ging in op de commons – in het Nederlands spreken we van ‘meenten’ – als manier om wederkerige solidariteit te organiseren. Haar lezing deed me denken aan een recent boek van cultuurfilosoof Thijs Lijster: Wat we gemeen hebben. Lijster ziet mensen niet als onafhankelijke individuen, maar als ‘conviduen, als mensen die alleen kunnen bestaan in en dankzij een relatienetwerk. Lucas Meijs, gespecialiseerd in de studie naar vrijwilligerswerk, sprak over de voor- en nadelen van directe en indirecte solidariteit (“de belastingdienst is de meest effectieve organisatie van indirecte solidariteit”). Andere sprekers waren onderzoeksjournalist Sander Heijne, die het begrip solidariteit in historisch perspectief plaatste, en Arnoud Boot, die inging op de rol van de overheid bij het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven.
Zoals gezegd, de sprekers kozen vooral een organisatiekundig perspectief, en dat is logisch bij een congres bij gelegenheid van het pensioen van de hoogste baas. Het was mooi om te zien dat Edzo Doeve echt iets wil nalaten: een bedrijf dat betekenis heeft, niet alleen voor zijn directe klanten op het moment dat iemand sterft, maar ook op andere momenten in het leven, op andere plaatsen in de maatschappij. Met alle aandacht voor DELA als bedrijf, verdween één, naar mijn idee belangrijk aspect, naar de achtergrond, juist datgene waarvan de meeste mensen DELA kennen. De uitvaartverzorgers van DELA faciliteren uitvaarten en het is juist bij de rituelen rondom een overledene dat er een sterke mate van binding en solidariteit ontstaat. De dood brengt mensen bij elkaar, er bestaat zoiets als ‘rituele solidariteit’, of beter: een vorm van solidariteit die in en door het ritueel ontstaat of versterkt wordt. Grondlegger van dit idee is de Franse socioloog Emile Durkheim, die in een studie uit 1912 stelde dat het juist rituelen zijn die een groep tot een groep, een geheel maken. Rituelen leiden, aldus Durkheim, tot sociale cohesie en solidariteit. Bij een ritueel ontstaat het besef dat we elkaar nodig hebben.
Bij een uitvaart komen we samen uit respect voor degene die is overleden, maar zeker ook om de directe nabestaanden te ondersteunen. De solidariteit die in het ritueel aanwezig is, en ook gevoeld wordt door de nabestaanden, kan in de weken, en zelfs maanden, daarna verder gestalte krijgen door in fysieke en online samenkomsten de herinnering aan de overledene levend te houden en troostende woorden en gebaren te blijven aanreiken. Solidariteit moet onderhouden en gevoed worden en een reeks van opeenvolgende rituelen van troost en rouw kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.
Terugkeermomenten na de uitvaart, herdenkingsbijeenkomsten, ontmoetingen rondom het graf of in de urnentuin – het is de dood die samenbrengt, niet alleen op het moment dat iemand gestorven is, maar ook in de periode van rouw. Wellicht ligt hier een taak voor een organisatie als DELA: het faciliteren van terugkeermomenten en het initiëren van een brede aandacht voor de omgang met rouw en het belang van herdenken.