Dankzij Facebook worden we – althans: zij die actief zijn op dit platform – met enige regelmaat herinnerd aan wat we vorig jaar, of twee of drie jaar geleden deden (en waarover we berichtten op Facebook). Zo werd ik er afgelopen juni aan herinnerd dat ik in 2017 naar een concert was geweest in Paradiso, Amsterdam. De organisatie ‘Sounds of Change’ organiseerde een benefietconcert. Nederlandse artiesten speelden die avond samen met muzikanten die in de afgelopen jaren hun geboorteland moesten ontvluchten. De promo op internet gaf de spirit van de avond weer: ‘Deze avond kijken we niet naar de onderlinge verschillen, maar vieren we de verbindende liefde voor muziek.’ Onder anderen Caro Emerald zong een duet met de Syrische Nawras Altaky, en Claudia de Breij werd begeleid door saxofonist Nader Issa.
Het concert was feestelijk en inspirerend, het publiek was een mix van autochtone Nederlands en nieuwkomers. Er werd heerlijk gemusiceerd en ondertussen werd er ook verteld over het project ‘Sounds of change’, een project dat onder meer muziek-workshops organiseert voor jongeren in vluchtelingenkampen. Indrukwekkend was het versmelten van de westerse muziekstijlen met ‘oosterse’ klanken en technieken. Dat we leven in een globale cultuur weten we wel, maar op deze avond was het voelbaar en hoorbaar. Globalisering werd niet gezien als een proces dat ons bedreigt, maar als verrijking van onze eigen cultuur. Er ontstond iets nieuws, een nieuwe culturele mix, die meer was dan de som der delen. Hierdoor kreeg het concert een ‘liturgisch karakter’, doordat een nieuwe wereld werd verkondigd en gevierd. Wat hier gebeurde deed me denken aan de nieuwtestamentische aankondigingen van Gods Koninkrijk: het is er nog niet maar zie, reeds gebeurt het!
Een ontroerend moment tijdens het concert was het optreden van een jonge muzikant, een jongen nog, spelend op een trompet (als ik het met goed herinner, een jaar later). Hij was gevlucht uit Syrië zonder zijn ouders en nu, na lange tijd, waren ook zijn ouders naar Nederland gekomen. Ze waren er nog maar net en ze zaten in het publiek. Het zoeklicht zwaaide door de zaal heen en bleef staan bij een oude man die met tranen in zijn ogen opstond en met een handgebaar het publiek bedankte. Met een groots applaus werd hij toegejuicht en welkom geheten. Een welkom aan de vreemdeling in ons midden, een vreemdeling die een vriend werd. En de muziek klonk weer, sounds of change.